Oorkondenboek van het Land van Kessel  bewerkt  door  Theo Huys  terug


  Oorkonde d.d. 1533 mei 4  
       
  Regest:  
    Voor schepenen van Blerick droeg meester Herman Kiespenninck in 1533 zijn bezittingen en rechten in Blerick over aan de provisoren van Sint-Jacobsgasthuis in Venlo. De akte is overgeleverd als een uittreksel dat in 1614 werd gemaakt.  
  Foto oorkonde:  
       
    Klik op de foto voor een vergroting.  
      
  Tekst:  
   
    1 Wij, Burgermestere, Schepenen und Raett der Statt Venlo doin cond vund tuijgen onder onsre
    2  statt secreet siegel, hier beneden aengehangen, datt die provisoren van Sanct Jacobs Gasthuys
    3  alhier, op den ilffden Octobris anno sesthienhondert verthien ons hebben voorbracht sekere, in
    4  pergamente geschrevene vund mit mir onder vuythangende segel besegelden brieve, daer vuijt
    5  navolgende extract geëxtrahiert vund mit denselven brieve bij ons is bevonden to accordiren.
 
    6  Wij Jacop Reijners ind Henrick van Boeckweit, schepenen der dijngbanck van Blerick, doen kont
    7  allen luijden ind tuijgen als schepenen, dat voir ons coemen ind erschienen is der weerde ind hoech-
    8  geleerde heere ind meister Herman Kiespenninck, doctor etc:, ind heftt in bijwesens Johans van
    9  Gelre, unss gerichsbaede, in stat van scholtis, geëvoceert ind canchilliert alsodanige momberschappe
   10  die syn lieffden voir dese dage in den Gericht van Blerick gedaen mogen hebben, wesdanich die dan syn,
   11  ind heefft doe voor den gerichsbayden ind uns, schepen voirscr:, voir ons ind syne erven gerichtlichen
   12  opgedragen ind puerlichen umb Gaets wil avergegeven, allet mit wil ind consent des schol-
   13  tet van laitheren ind Gaert Vinckes nagelaetene huijsfrouwe als laetheire eynsdeils, deser
   14  nabeschrevene guederen, in bywesen Frans van den Pol ind Jacop Reiners voirscr: als laten, Thijs
   15  Spee ind Marcelis van Beringen als in der tijt burgemester te Venloe, ind oeren nacomelingen,
   16  voirt den ersamen Raett derselver Statt Venlo, die nu is off toecommende tyden werde sal
   17  als provisoiren eijns Gasthuis tot behoeff der armen na inhalt eirre fundatiebrieve ind
   18  siegel darvan vorhende, alle alsulchen synen hoff, erve ind guet soe wie deiselve hoff mit alle
   19  synre rechten ind toebehoer, in hoegen, in legen, in naeten, in droegen, heiden ind voirdere busschen ind broeck,
   20  erffpacht ind thynsen, voirt andere gereyde haeve ind byesten, nyet daervan vuytgescheiden, binnen
   21  unsen Gericht van Blerick gelegen is.
         Mit noch alsulche twee erffmalder roggen min een halff
   22  vaett ind twee albus erffpacht ind erffthyns ve.tr.. als syn lieffden op ten voirss: guete ind erve
   23  allet binnen onsen kerspel voirs: jaerlix geldende heefft. Ind daerbenevens noch alle die genige
   24  syn lieffden van gerede ind ongerede binnen den kerspel voirss: leggende off ruerende hebben, oich nijet
   25  daervan vuijtgescheiden, etc:
 
       Gegeven int jaer uns Heeren dusent vijffhundert drie ind dartich
   26  up maendach na Sunt Philips ind Jacopsdach in den Meij.
 
       De tekst van de oorkonde van 1531 is niet in een andere variant bekend, dan in deze vorm die is aangekondigd
       als een uittreksel. Wij weten niet of de oorspronkelijke akte méér tekst heeft bevat.
       Het secreet zegel van de stad Venlo is verloren gegaan.
 
       Op de rug van het charter staat in de oudste hand ‘1533’ geschreven. In een zeventiende eeuwse hand:
       ‘Nu Oth Meissen goet tot Bleerick etz: Nota Geeret Donkels huys etz:’. In de jongste hand: ‘No 311”.
 
  Bron:  
   

Gemeentearchief Venlo, archief van de Huisarmen te Venlo (archiefnummer 6), inv.nr. 311: Charter van 11 december 1614 met extract van een Blerickse schepenbrief van 4 mei 1533.

 
  Literatuur:  
    Deze oorkonde is niet gepubliceerd. Evenmin is er over deze oorkonde

een publicatie verschenen.

 
  Opmerkingen:  
   

De provisoren van de Huisarmen te Venlo, ook het Sint-Jacobsgasthuis genaamd, voerden in Blerick het bewind over het goed op de Vree, de hoeve Reeraaij en de Engerhof. De helft van de hoeve Reeraaij, later Maessenhof, was al vóór 1533 in het bezit gekomen van het Sint-Jacobsgasthuis. Nadere bijzonderheden over deze hof vindt men in Het gezicht van de Boekend. Een gemeenschap met geschiedenis, door Jacq Grubben, Lambert van Hout en Chrit Klerken (Historische Werkgroep Blerick 2009), blz. 60, 100-101 en 154-155. In het Gemeentearchief Venlo, archief van de Stadsregering (Oud Archief), inv.nr. 1823 berusten registers betreffende het beheer van de goederen die mr. Herman Kiespeninck aan de armen van Venlo had geschonken, 1536-1538, waaronder de gecombineerde rekening van ontvangsten en uitgaven over 1536 en 1537. Daaronder viel ook de hof van Herman Kiespenninck te Helden.