Jacques Rutten;     Nr 316. 13-03-1786    RAL, Schepenbank Helden, inv nr 30, pag 10

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
Donatie door Joanna van de Coelen
In marge: Cessie en donatie van Joanna van de Coelen, laetst wede van Jan Engels voor haer levens onderhoud ten behoeve van haere kinderen Wilm, Matthis en Petronella Engels.
           
Compareerde voor ons Petrus Henricus Cremeren substitut scholtis, Peter Engels en Dirck Knippenbergh schepenen des gerichts Helden, Joanna van de Coelen laetst wede van wijlen Jan Engels, verclaerende sonder inductie ofte persuagie van jemanden, maer wel serieus uyt eygen vrijen onbedwongen wille en voorsienige deliberatie, immediat overgegeven, gecedeert en transporteert te hebben, overgevende, cedeerende en transporteerende cragte deses voor haer levens onderhoudt, kleagie in linnen en wollen, oppassinge in gesondtheyt en kranckheyt, voorts generalijck alle lichaemelijcke nootsaeckelijckheyt tot haeren sterfdagh toe, en te volgende honette begraeffenis en uytvaert, aen en ten erffelijcken behoeve van haere wettige dry kinderen namentlijck Wilm, Matthis en Petronella Engels, in houwelijck met voornoemde Jan Engels geprocreëert, alle haere gereede goederen, actiën en crediten, voorts gewonnen geworven en aenbestorvene ongereede goederen, ’t zije in haeren eersten als laetsten weduwelijcken staeth, ghene uytgesondert, ende generalijck waer toe sij ingevolg dispositie der landt rechten mochte berechtigt sijn.
Welcken volgens heeft de comparante voor ons uytgegaen ten behoeve van haere kinderen voornoemt alle recht ’t geene sij tot de voorgeroerde gereede goederen, actiën en crediten, mitsgaders gewonnen, geworven en aenbestorven ongereede goederen, wie mede die geenige gerechtigheyt ingevolg landtrechtelijcke dispositie vornoemt heeft gehadt, verclaerende voortaen daer aen en inne geen recht meer te hebben.
Voorts verclaert de comparante dat, in vall de alle voorgeroerde goederen en gerechtigheyt meerder mochte waerdig sijn dan haer onderhoudt, sij de selve cragte deses bij wege van donatie inter vivos liberalijck en instantelijck aen haere meergemelte kinderen is overgevende. De welcke kinderen bij stipulatie in onse handen gedaen sulcx hebben geaccepteert onder beloofte van den geëxprimeerden last aen haere moeder in allen deele te voltrecken.
Ten effecte heeft de comparante overgeversse, wie oock d’acceptanten elck in ’t besonder onder eede voor ons afgedragen dat dese donatie sonder eenige geveynstheyt nochte heymelijck bespreeck nochte geloofte is geschiet van de donatrice het gegevene in eenige gevallen, - naer dat de gifte volcomen effect heeft genomen -  wederom te geven.
Welcken volgens hebben wij substitut scholtis ten overstaen van voornoemde schepenen de comparante van de voorgeroerde goederen en gerechtigheyt ontvest, ontgoet en onterft, daer aen ende inne gevest, gegoet en geërft haere voornoemde wettige kinderen Wilm, Matthis en Petronella Engels, hunne wettige erfgen ende naercomelingen, nu en ten eeuwigen dage, den heere en een jeders goet recht voorbehouden.
In oirconde dat als voorss voor ons is beleden en geaffirmeert hebben wij dese beneffens onsen secretaris eygenhandigh onderteeckent tot Helden, den 13 martii 1786.
Was onderteeckent: P.H. Cremeren;  Peter Engels;  Dirck Knippenbergh;  H.. Cuijpers, secris.
Accordeert bij mij, H.T. Cuijpers, secris