Jacques Rutten;     Nr 248.  26-05-1747   RAL, Schepenbank Helden, inv nr 27 dl II, blz 218

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
Testament van Gerard Jeucken                   
 
Op heden dato onderss soo hebben wij schepenen Jan Gielen en Zill Gommans, den secretaris present, ons vervoeght ten huyse van Gerardt Jeucken inden Huyshoeck, ende hebben den selven aldaer bevonden cranck van lichaem, noch niet geadministreert met de heylige sacramenten, sijn verstandt ende memorie wel machtigh wesende ende gebruyckende. Overdenckende datter niet sekerder en is als de doodt ende niet onsekerder dan de uyre der selve, heeft van dese werelt niet willen scheyden, voor ende aleer gedisponeert te hebben van sijne tijdelijcke goederen, hem bij Godt almachtigh op dese [werelt] verleent.
Soo heeft hij bij forme van testament ende voor sijnen uyttersten wille geordineert het geene hier naer volght, niet tegenstaende dat alle solemniteyten hier inne gerequireert niet achtervolght en waeren, de selve derogeerende wel expresselijck.
In den eersten beveelt hij testateur sijne siele soo wanneer die bij den wille Godts uyt sijn lichaem sal scheyden, Godt almachtigh, Maria sijne gebenedijde moeder en alle het hemelsche geselschap, ende sijn lichaem der gewijder aerden tot Helden, welcke hij begeert aldaer begraven te worden.
Verders komende ter dispositie van sijne tijdelijcke goederen, soo ordineert ende begeert hij testateur, dat voor sijne siele laeffenisse gedaen sullen worden voor vijfftigh pattecons sielmissen: aen den heere pastoor thien pattecons tot sielmissen, aen den heere cappellaen thien pattecons tot sielmissen, aen den heere rector van de Capelle dertigh pattecons tot sielmissen, te doen soo mogelijck ofte te laeten doen, welcke soo haest als mogelijck naer sijnen doodt gedaen sullen worden.
Item ordineert hij testateur aen onse lieve vrouwe capelle alhier hondert guldens Ruremundts, welcke sullen blijven tot laste van het erff dat hij met sijne vrouwe te samen gekocht hebben, of dat sijne erffgenaemen de hondert guldens aen de capelle sullen tellen ende het erff ontlasten, voor welckers pensioon den heere rector van de cappelle jaerlijckx missen sal lesen tot sijne ofte sijne overledene vrienden laeffenisse.
Item ordineert noch vijfftigh gulden gereede penningen aen de capelle om missen voor gedaen te worden. Te weeten van de pensioon van de vijfftigh guldens.
Noch geeft hij aen sijne maeght die nu bij hem woont het bedde met het geene soo sij daer op geslaepen heeft, met de kyste die in haer kamer staet, die de maeght altijdt gebruyckt heeft.
Alnoch ordineert hij thien pont wasch, te weeten een kersse van vijff pont voor den Engel bewaarder in de kercke, ende een kersse van vijff pont voor de offerhande aen sint Thunis autaer. Aen de capelle twintigh pont wasch tot kerssen.
Noch ordineert hij testateur thien pattacons voor sijne maeght, behalven haeren loon.
Item ordineert voor de Armen ende voor de uytvaert twee malder rogh tot de uytvaert broodt.
Item geeft noch aen sijne maeghden die nu bij hem woonen ieder thien ellen fijn doeck, ende ieder noch thien ellen bastaertsdoeck dat nu gebleeckt wordt, met noch aen de selve meeghden twee schorten, een swarte, ende een naest swart met een schopunxke.
Dat de vierhondert guldens ingebracht door sijne gewesene vrouwe Jenneke Wilms, uyt het erff dat sij te samen gekocht hebben, daer toe geemployeert, weder naer die sijde te rugh moeten gaen.
Dat sijn broeder en suster, ende sijn susters ende broederskinderen stoxgewijs sullen deelen, te weeten de kinderen soo veel hunne ouders gehadt souden hebben, soo wel in de gereede als ongereede goederen.
Aldus verklaert hij testateur dit te sijn sijnen uyttersten wille, welcke hij begeert dat naer sijnen doodt sal achtervolght ende onderhouden worden, reserverende nochtans hierinne te veranderen, minderen ende meerderen, soo dickwils hem testateur sal gelieven. Ende stelt tot executeurs van dit sijn testament den schepene Jan Gielen ende Zill Gommans.
Des ter waerer oirkonde heeft hij dit sijn instrument van testament, beneffens ons gerichtspersoonen, eygenhandigh onderteeckent tot Helden, den 26 Mey 1747.
Onderstondt:  Gerardt Jeucken;  Jan Gielen;  Zill Gommans.
En was onderteeckent:  P. Jurgens  secris.
                                      T'accordeert bij mij P. Jurgens, secris.
 
 
 

N.B. op 8 juli 1747 dragen de erfgenamen huis etc van Gerard Jeucken in de Huishoek over aan Andries Knippenbergh X Catharina Schoenmakers, na openbare verkoop door de executeurs testamentair. De totale koopsom voor huis, schuur en erven met een totale oppervlakte van negen morgen min een veerdel, bedraagt 895 bb gl. Op het erf rust behalve de normale cijns ook 100 gl aan de kapel ad 4%.