Jacques Rutten;     Nr 175.     08-12-1726     RAL, Schepenbank Helden, inv nr 28, blz 308

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
Testament van Jacobus Gommans
 
In den naeme des Heeren amen.
Bij den inhoude van desen openbairen instrument van testament sij condt ende kennelijck een iegelijck, hoe dat in den jaere ons Heeren 1726 op den 8 dagh des maents Xber wij ondergess gerichtspersoonen ons hebben vervoeght ten huyse van Peter Gommans aen gen Biringen, en hebben aldaer bevonden den persoon van Jacobus Gommans, cranck van lichaem te bedde liggende, versien sijnde met de heylige sacramenten, nochtans sijn vijf sinnen wel machtigh wesende ende gebruyckende, overdenckende datter niet sekerder en is dan de doodt en niet onsekerder als de uyre der selver.
En heeft niet van dese werelt willen scheyden sonder eerst gedisponeert te hebben van sijne tijdelijcke goederen bij maniere van testament, codicille ofte anderen uyttersten wille, niet tegenstaende dat alle solemniteyten hier inne gerequireert niet agtervolght en waeren, de selve derogerende wel expresselijck.
In den eersten beveelt hij testateur sijn siele soo wanneer die van dese werelt scheyden sal Godt almachtigh, Maria sijne gebenedijde moeder en alle dat hemelsche geselschap, en sijn lichaem der gewijder aerden tot Helden.
Verders komende ter dispositie van sijn tijdelijcke goederen hem van Godt almachtigh op dese werelt verleendt, soo geeft hij testateur ten eersten dry hondert guldens aen de dochter van Peter Gommans met naeme Marij Gommans tot eene pillegifte, staende tot laste van Gerart Jeucken aent Aggel. Item alnoch ongeveer hondert vijftigh guldens staende tot laste van de erffgenamen van Jan Gommans saliger.
Ten tweeden geeft hij testateur, aen de twee dochters van Peter Gommans, Leonora ende Hendrina Gommans, voor haeren getrouwen dienst aen hem testateur gedaen in sijne sieckte als andersints, ende noch te doen, vijftigh guldens staende tot Neer bij Geurt Geenen. Met alnoch hondert guldens staende  bij Marten Verstegen tot Neer. Item alnoch bij Thijs Zillen tot Neer hondert guldens. Met alnoch den overschot van den verloopen intrest van sijn capitael alhier op het dorp, als de schatspenningen van sijn landerijen afgetrocken sijn. Item alnoch hondert guldens staende tot laste van Jan Vervoort.
Ten derden geeft hij testateur aen sijnen oom Peter Gommans de verloopen huyshuyre staende tot laste van Jan van de Koelen, sijnde ongeveer vijfenvertigh guldens.
Ten vierden geeft hij testateur hondert sielmissen tot sijn siele laeffenisse, die soo haest hij testateur van dese werelt verscheyden sal sijn op het spoedighste moeten worden gedaen.
Ten vijfden geeft hij testateur aen de Arme gilde alhier ongeveer dryentachentigh guldens verloopen intrest, staende tot laste van Thijs Janssen tot Baerlo. Item alnoch de verloopen huyshuyre bij Matthijs Engels. Item alnoch vijftigh guldens tot laste van Neul Cupers, gewesene huysvrouwe van Jan Hilkens saliger. Item alnoch ongeveer twee en twintigh guldens staende tot laste van Michiel Droesen. Item alnoch den verschulden intrest staende bij Jenneken Dryssen alhier.
Item ten sesden geeft hij aen de voorgemelte Marij Gommans de groote kiste met het geene daerin vindbaer is, staende in het dorp bij sijnen halfman Jan [van] de Koelen.
Verders geeft hij aen de twee voornoemde dochters Leonora ende Hendrina eene kiste met het geene daerin vindbaer is, staende oock bij sijnen halfman voorss, met alnoch een ledige kiste staende op de kercke alhier.
Verners alle sijn lijnwaet ende wullen sal gelijckelijck onder de kinderen van sijnen oom Peter Gommans voorgemelt gedeelt worden. Item geeft hij alnoch aende soonen van Peter Gommans voorss vijf schapen.
Verders versoeckt hij testateur dat sijn erfgenamen naer doodt van hem sullen gelieven te geven uyt sijne capitaelen staende tot laste deser gemeynte de somme van vierhondert guldens alde cours, te verdeelen in vier egale deelen: ten eersten hondert guldens aen de kercke alhier; ten tweeden hondert guldens aen de Arme gilde alhier; ten derden hondert guldens tot supplement van de sondaeghse misse aen ons Lieve Vrouwe Capelle alhier; ten vierden hondert guldens aen de cappellanie alhier.
Aldus verclaert hij testateur dit te sijn sijnen uyttersten wille, begeerende dat sulx naer sijnen doodt sal agtervolght ende onderhouden worden. Reserverende nochtans te minderen en meerderen soo dickwils hem testateur sal gelieven.
En stelt tot executeur van sijn testament voorss den ondergess schepen Peter Gommans. Ende dat het selve sal uytgevoert ende volbraght worden aleer iemant van de erfgenamen van sijne nalatenschap sal mogen profiteeren.
Des ter oirkonde soo hebben wij gerichtspersoonen dit instrument van testament onder de eygen handt van den testateur onderteykent, tot Helden, den 8 Xber 1726.
Onderstondt: Jacobus Gommans;  Peter Gommans;  Wilm van Knippenbergh;  Peter Jurgens  secris
                                                           T'Accordeert bij mij, Peter Jurgens  secretaris